Maritieme elektrotechniek

Zowel nationaal als internationaal is de internationale normalisatie van de maritieme elektrotechniek de afgelopen jaren in een stroomversnelling geraakt. De technologische vooruitgang op zee ging nog sneller dan die aan land, dus die stroomversnelling was noodzakelijk. De vele normen die van toepassing waren op de landelijke technologie, raakten hierdoor verouderd. Die achterstand is nu grotendeels ingehaald. Maar het eind van de vloedgolf aan nieuwe en herziene normen is voorlopig nog niet in zicht, verzekert Jan Kees van der Ven. “Er komt in deze sector de komende jaren nog veel meer nieuwe technologie op ons af.”

Ook in de maritieme sector is het tekort aan vakbekwaam personeel snel groeiend. In de maritieme sector worden, in tegenstelling tot de utiliteit aan land, nog iedere dag nieuwe installaties gebouw en bestaande voorzieningen geïnnoveerd.

Van der Ven is de nieuwe voorzitter van Normcommissie NEC 18 bij NEN met de titel ‘Elektrische installaties op schepen, en verplaatsbare en vaste eenheden te water’. Hij neemt het roer over van Paul Bracké, die het vernieuwingsproces van de maritieme elektrotechnische normen vanaf pakweg 2013 nieuw leven inblies.

De nieuwe voorzitter wil de commissie nog verder uitbouwen: ‘We hebben maar acht leden en kunnen de expertise van een aantal extra specialisten nog heel goed gebruiken. Daar krijgen zij op hun beurt van de andere leden ook heel veel nieuwe kennis en inzichten voor terug. En het hoeft echt niet heel veel tijd te kosten.”

Pon Holding

Van der Ven is consultant bij de maritieme ‘system integrators’ Bakker Sliedrecht en RH Marine. Beide dochterondernemingen van Pon Holding zijn vanuit verschillende vestigingen in ons land gericht op de grote scheepvaart, de baggerwerken, de superjachtbouw, de marine en de offshore-industrie.

Kennis delen

De nieuwe voorzitter doet een beroep op alle betrokken marktpartijen en andere organisaties die nog niet in de normcommissie zijn vertegenwoordigd, zich hiervoor aan te melden bij NEN. Want: ‘Wij willen ook hun belangen behartigen in internationale verbanden.”

Voorsprong in de markt

Zelf vertegenwoordigt de nieuwe voorzitter samen met Bracké al weer een heel aantal jaren de Nederlandse normcommissie in verschillende werkgroepen binnen de internationale IEC: “In Nederland vergaderen we maar twee keer per jaar. Daarnaast pakken de commissieleden zelf binenn hun eigen kringen allerlei zaken op. Hoeveel tijd ze daarin steken, verschilt van persoon tot persoon. Samen met de andere commissieleden wisselen ze veel kennis en ervaring uit. Dit brengt hen op een voorsprong in de markt. En wij brengen die informatie in binnen he tinternationale overleg. Dat is het collectieve belang van de Nederlandse scheepsbouw.”

Europese subsidie

Afzonderlijke Europese normcommissies en werkgroepen bij Cenelec zijn er binnen dit vakgebied niet. De grote scheepvaart en andere maritieme activiteiten spelen zich immers voornamelijjk af op de wereldzeeën, en moeten dus mondiaal worden genormaliseerd. 

NEC 18 vertegenwoordigt ons land dan ook rechtstreeks binnen de internationale IEC Technische Commissie TC 18. Wel kunnen bedrijven met subsidie vanuit Europa internationale onderzoekers in dienst nemen om hun technologische kennis nog verder door te ontwikkelen, inclusief de normalisatie ervan. Lees meer daarover in bijgaand kader.

De normen

De normen waarvoor NEC 18 verantwoordelijk is zijn niet alleen gericht op de veiligheid van de maritieme voorzieningen zelf, maar ook van de personen daarop. De belangrijkste zijn de NEN-IEC 60092-reeks voor elektrische installaties aan boord van schepen, en de NEN-IEC 61892-serie voor de elektrotechniek op andere zogenoemde ‘verplaatsbare en vaste eenheden op zee’, aldus de titel. 

De bij NEC 18 behorende subcommissie NEC 18 A houdt zich in IEC-verband bezig met de normdelen voor de speciale bekabeling binnen deze toepassingsgebieden. Ook de eisen die daaraan worden gesteld zijn ondergebracht in de twee genoemde NEN-IEC reeksen. 

Moet het?

Samen tellen ze vele tientallen delen, die allemaal voortdurend moeten worden aangepast. Daarnaast verschijnen geheel nieuwe delen en normen. Maar wie zegt dat deze ook werkelijk moeten worden toegepast? Van der Ven legt het uit.

IMO-SOLAS

Naar veel van deze normen wordt verwezen vanuit de ‘Safety of Life at Sea (SOLAS) Convention’ van de International Maritime Organization (IMO).

Daarmee wordt de technische invulling gegeven aan de eisen die in deze conventie staan. Aangezien bijna iedere ‘vlagstaat’ op de wereld deze overeenkomst heeft geratificeerd, zijn deze eisen wettelijk verplicht via de nationale wetgeving in deze staten. 

Daarnaast maken toezicht houdende instanties als classificatiebureaus gebruik van de normen om scheepseigenaren aan te geven aan welke eisen hun vaartuigen moeten voldoen. Verzekeringsmaatschappijen eisen in hun polisvoorwaarden dat een schip door een classificatiebureau op basis van de normen wordt goedgekeurd voordat ze een verzekering accepteren. 

Wissel en gelijkstroom, hoog- en laagspanning, en ICT: op een ‘smart ship’ gaat het allemaal integraal samen. De mogelijke kortsluitstromen zijn veel hoger dan aan wal. 

Overeenkomen van de normen

Tot slot zijn deze normen van groot belang bij het specificeren van eisen binnen de scheepsbouwwereld. Het is bijna onmogelijk om alle van belang zijnde aspecten afzonderlijk te benoemen bij de aanschaf van een schip plus alle installaties en apparatuur daarop. Door het overeenkomen van de normen is het voor toeleveranciers duidelijk aan welke eisen zij moeten voldoen. 

Bron: magazine Mag1010 | 07 | 2019