Dat een explosieveiligheidstraining van onschatbare waarde is, blijkt onder andere uit incidenten zoals de Deepwater Horizon. We nemen u even mee terug naar de avond van 20 april 2010. Toen vond een enorme explosie plaats op het boorplatform Deepwater Horizon, in de Golf van Mexico. Het verhaal over één van de grootste milieurampen in de Amerikaanse geschiedenis is ook verfilmd, met daarin sterren als Mark Wahlberg en Kurt Russell in de hoofdrol.
Maar hoe kon deze olieramp gebeuren en wat waren de consequenties van het ongeluk op de Deepwater Horizon? En niet onbelangrijk, hoe kunnen de risico’s op een dergelijk incident verkleind worden?
Deepwater Horizon was een olieboorplatform in de Golf van Mexico, in de territoriale wateren van de Verenigde Staten. Het offshore platform was eigendom van Transocean en werd gehuurd door oliemaatschappij BP. In februari 2010 begon het productieplatform met boringen in het Macondo-olieveld, circa 80 km uit de kust van Venice in de Amerikaanse staat Louisiana.
Op 20 april 2010 vond op Deepwater Horizon een explosie plaats, waarbij elf bemanningsleden omkwamen en 17 anderen gewond raakten. De explosie vond plaats na een zogeheten blow-out. De vlammenzee, als gevolg van de explosie, brandde vervolgens 36 uur lang. Blusboten konden het platform niet meer redden, waarna het booreiland op 22 april zonk.
Om bij een oliereservoir te komen wordt een gat geboord door onderzeese rotsen en ander bezinksel. De rotsige lagen kunnen ingesloten water, ruwe olie en aardgas bevatten. Als deze vloeistoffen in het boorgat komen kan dit tot gevaarlijke situaties leiden. In de industrie wordt dit fenomeen een ‘kick’ genoemd. Om kicks te voorkomen spuiten boormeesters een modderige substantie in het boorgat. Zo wordt er een barrière gecreëerd tussen de onderzeese olie en het gas, en de pijpleiding die naar het platform leidt.
Faalt deze barrière, dan kan een kick leiden tot een blow-out: het ongecontroleerd vrijkomen van vlambare olie en gas uit de put. De ontsnapte olie en het gas kunnen dan via het boorgat naar het platform snellen en als het daar een ontstekingsbron vindt, leiden tot een brand of explosie.
Maar er is ook nog een blow-out preventor oftewel veiligheidsafsluiter. De veiligheid van het boorpersoneel hangt af van dit cruciale apparaat dat op de zeebodem is geïnstalleerd. Dit apparaat heeft mechanismen en rubberen hulpmiddelen waarmee ze de boorpijp kunnen afsluiten. Ook kan de veiligheidafsluiter, als laatste reddingsmiddel, de boorpijp volledig doorsnijden.
Vlak voor de explosie plaatsvond in het Macondo-olieveld was er een kick. Hierbij sprak de veiligheidsafsluiter niet aan en dus ging olie en gas regelrecht naar het boorplatform. Ook het volledig doorsnijden van de boorpijp mislukte, omdat de pijpleiding vervormd was geraakt door de hoge druk. Hierdoor ontstond een constante aanvoer van olie en gas naar het platform en leidde een ontstekingbron tot het exploderen van koolwaterstoffen.
Op 25 april werd tevergeefs geprobeerd om het lek te dichten met behulp van onbemande vaartuigen (ROV’s). Vervolgens werkte BP aan diverse andere opties om het gat blijvend af te dekken. Uiteindelijk maakte BP op 20 september 2010, vijf maanden na de explosies, bekend dat het lek definitief dicht was.
De hoeveelheid olie die in Golf van Mexico terecht is gekomen wordt geschat op 3,19 miljoen vaten. En dan te bedenken dat een vat ruwe olie 158,99 liter bevat!
Het ecosysteem in de Golf van Mexico is enorm getroffen. Vogels en zeeschildpadden raakten besmeurd met de olie. De Amerikaanse staten Louisiana, Florida, Alabama en Mississippi riepen de noodtoestand uit vanwege de olievervuiling die de zuidkust van de Verenigde Staten bedreigde.
BP, overheidsinstellingen en anderen werkten samen om de lekkage te bestrijden en de impact op het milieu en de volksgezondheid te minimaliseren. Dat deden ze door het verwijderen van de olie voor de kust en strategieën toe te passen om de kustlijn te beschermen en de olie op te ruimen die aan wal kwam.
Op het hoogtepunt in 2010 zijn bij de reddingsactie 48.000 mensen gemobiliseerd en 6500 schepen ingezet om de olie te verwijderen. Ook heeft BP meer dan 70 miljoen arbeidsuren toegewijd aan activiteiten na aanleiding van de explosies en de herstelactiviteiten. Tot juli 2015 heeft BP 61 miljard dollar betaald met betrekking tot de lekkage, het opruimen, economische vorderingen, overheidsbetalingen, regelingen en herstelkosten.
Door competent, gekwalificeerd personeel kunnen de risico’s op een dergelijk incident verkleind worden. Gaat u werken in of nabij een explosiegevaarlijke omgeving, dan bent u wettelijk verplicht om voldoende en passend opgeleid te zijn. Welke kwalificaties nodig zijn, staat beschreven in de internationale norm IEC 600079 en specifiek in de competentieprofielen. Wij hebben als enige opleider in Nederland licenties om Ex-trainingen te bieden volgens het certificatieschema van zowel CompEx als IECEx. Wilt u weten welke Ex-training bij u past? Check het in de keuzehulp.
Bekijk hier het aanbod van onze explosieveiligheidstrainingen.
Bekijk de officiële trailer van Deepwater Horizon (opent in YouTube):
Explosieveiligheid Meer weten over explosieveiligheid? Volg een training CompEx/ ATEX of IECEx bij Quercus. |
038 452 99 91 | info@qts.nl |
Bereikbaar op werkdagen van 07:30 tot 16:30 uur |
Ontvang iedere maand interessante ontwikkelingen uit de markt via de Quercus PS. Meld u nu aan en krijg een overzicht van de trainingen en interessante artikelen van onze docenten in uw mailbox.
Quercus Technical Services
Baileystraat 3, 8013 RV Zwolle