In leidingen treden ten gevolge van de stroombelasting en de leidingimpedantie spanningsverliezen op. Het spanningsverlies Uv is gedefinieerd als het rekenkundig verschil tussen de beginspanning Ub en de eindspanning Ue van de leiding:
Uv = Ub - Ue
waarin:
Om spanningsverlies te meten moeten we dus de belastingstroom weten en de impedantie van de leiding.
Belastingstroom
De belastingstroom zouden we kunnen aflezen van de voorbeveiliging. In geval van een B16 automaat zou een belastingstroom van 16 ampère gekozen kunnen worden. In geval van thermische beveiligingen of vermogenschakelaars is het de instelling van de overbelasting beveiliging.
Impedantie van de leiding
De leiding impedantie kunnen we meten. Hierbij is het van belang tweemaal te meten. Eenmaal bij de beveiliging en eenmaal bij het verste punt. De waarde die verkregen wordt bij de voeding moet afgetrokken worden van de waarde die men verkregen heeft bij het verste punt. Hierdoor houden we alleen de impedantie van de leiding over.
Praktisch gezien meten we de impedantie van een stroomkring. Wanneer we in een één fase systeem deze meting uitvoeren kunnen we het volgende sommetje gebruiken:
In geval van driefase groepen is het van belang dat we de impedantie van één leiding krijgen. Aangezien er in de berekening een wortel 3 gebruikt wordt in verband met de lijnspanning in plaats van de fasespanning.
Twee voorbeelden
Voorbeeld 1 fase
Gemeten op punt A een impedantie van 0,1 ohm tussen fase en nul.
Gemeten op punt B een impedantie van 0,5 ohm tussen fase en nul.
Het resultaat is 0,4 ohm. Bij een nominaal stroom van 10 A is het spanningsverlies 4 Volt.
Dit mag volgens NEN 1010 maximaal 5% zijn. In dit voorbeeld dus niet groter dan 11,5 Volt.
Voorbeeld fase 3
Gemeten op punt A een impedantie van 0,1 ohm tussen fase L1 en Fase L2.
Gemeten op punt B een impedantie van 0,8 ohm tussen fase L1 en Fase L2.
Eén fase heeft dus een weerstand van 0,05 ohm op punt A en 0,4 ohm op punt B.
Het resultaat is 0,35 ohm. Bij een nominaal stroom van 40 A is het spanningsverlies
ongeveer 24,2 Volt.
Dit mag volgens NEN 1010 maximaal 5% zijn. In dit voorbeeld dus niet groter dan 20 Volt.
Conclusie
Kortom meten van spanningsverlies is eigenlijk alleen meten van de impedantie van de leiding en verder een rekensom om tot een conclusie te komen.
Wist u dat spanningsverlies een van de metingen is die verplicht is gesteld door de norm NEN 1010 bij de eerste inspectie van een installatie?
Trainingen Laagspanning
|
038 452 99 91 | info@qts.nl |
Bereikbaar op werkdagen van 07:30 tot 16:30 uur |
Ontvang iedere maand interessante ontwikkelingen uit de markt via de Quercus PS. Meld u nu aan en krijg een overzicht van de trainingen en interessante artikelen van onze docenten in uw mailbox.
Quercus Technical Services
Baileystraat 3, 8013 RV Zwolle